Informatie over het woord onweer (Nederlands → Esperanto: fulmotondro)

Synoniemen: donderbui, onweder

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɔnʋer/
Afbrekingon·weer

Voorbeelden van gebruik

Volgens het KNMI moeten mensen wel rekening houden met lokale buien met onweer.
Er komt toch geen onweer?
Er zit onweer in de lucht.
Terwijl hij klom, kwam er weer een onweer over het dal razen.

Vertalingen

DuitsGewitter
Engelsstorm
Esperantofulmotondro
Faeröerstoruveður
Finsukonilma
Fransorage
Portugeestempestade; trovoada
Tsjechischbouře; bouřka