Synoniemen: ferm, fors, hecht, potig, robuust, sterk, stevig, stoer, degelijk
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /strœy̯s/ |
---|
Afbreking | struis |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | struis |
---|
Vergrotende trap | struiser |
---|
Overtreffende trap | meest struis |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | struis | struiser | (het) meest struis, (het) meest struise |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | struise | struisere | meest struise |
---|
Onzijdig enkelvoud | struis | struiser | meest struis |
---|
Meervoud | struise | struisere | meest struise |
---|
Bepaald | struise | struisere | meest struise |
---|
Partitief | struis | struisers | |
---|
Maar voordat de anderen dit verzoek ten uitvoer konden leggen, schreeuwde de struise blonde vrouw alweer een andere spreuk.
Of, liever gezegd, ze wilde net de deur uit rennen toen die van de buitenkant geopend werd om doortocht te verlenen aan de struise gestalte van de lerares.