Informatie over het woord stoer (Nederlands → Esperanto: fortika)

Synoniemen: ferm, fors, hecht, potig, robuust, sterk, stevig, struis, degelijk

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/stuːr/
Afbrekingstoer

Voorbeelden van gebruik

Ik heb een gevaarlijke taak hier voor een stoere kerel.
Op het platte dak ervan stond de stuurman, een stoere zeeman van Stark die het massieve roer vasthield en zijn orders van Scyld kreeg.

Vertalingen

Catalaansrobust
Deensfast
Duitsfest; befestigt; haltbar; widerstandsfähig; dauerhaft; robust; kernig
Engelsrugged; sturdy; stout
Esperantofortika; robusta
Faeröershaldgóður; sterkur
Fransrobuste
Grieksαθλητικός; ακμαίος
Maleisgagah
Nederduitsstark
Papiamentstòf
Portugeesforte; rijo; sólido
Saterfriesbefäästiged; fääst; hooldboar; strääwich
Spaansresistente; robusto
Westerlauwers Friesgewûpst; hecht