Informatie over het woord zuster (Nederlands → Esperanto: flegistino)

Synoniemen: verpleegster, ziekenverpleegster, ziekenzuster, pleegzuster

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzɵstər/
Afbrekingzus·ter
Geslachtvrouwelijk
Meervoudzusters

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
zustertjezustertjes

Voorbeelden van gebruik

Een zuster zal u naar het ziekenhuis brengen.
En niemand let op de zuster die even later met haar patiënt wandelt.

Vertalingen

Afrikaansverpleegster
Albaneesinfermiere; motër
Catalaansinfermera
Deenssygeplejerske
DuitsKrankenschwester
Engelsnurse; sick‐nurse; nursing‐sister
Esperantoflegistino
Fransinfirmière
Hongaarsápolónő
Italiaansinfermiera
Jamaicaans Creoolsnars
Maleisjururawat
Noorssykepleierske
Papiamentsnùrs; zùster; verplester
Portugeesenfermeira
SaterfriesKroankensuster
Spaansenfermera
Swahilimlezi
Thaisพยาบาล
Tsjechischošetřovatelka; zdravotní sestra
Turksbakıcı
Westerlauwers Friesferpleechster
Zweedssjuksköterska