Informatie over het woord vis (Nederlands → Esperanto: fiŝaĵo)

Synoniem: visgerecht

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/vɪs/
Afbrekingvis
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

Als het op vis aankomt, zijn we hier op ons best!
Gehurkt op zijn galerij zittend deed hij zijn ontbijt met fruit en koude gebakken vis die over was van het feestmaal van de vorige avond terwijl hij nadacht over de dag die voor hem lag.

Vertalingen

DuitsFischgericht
Engelsfish
Esperantofiŝaĵo; fiŝmanĝaĵo