Synoniemen: gemeen, ploertig, rottig, vilein, vuig, louche
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ɔŋˈɣyːr/ |
---|
Afbreking | on·guur |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | onguur |
---|
Vergrotende trap | onguurder |
---|
Overtreffende trap | onguurst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | onguur | onguurder | (het) onguurst, (het) onguurste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | ongure | onguurdere | onguurste |
---|
Onzijdig enkelvoud | onguur | onguurder | onguurst |
---|
Meervoud | ongure | onguurdere | onguurste |
---|
Bepaald | ongure | onguurdere | onguurste |
---|
Partitief | onguurs | onguurders | |
---|
„Je maakt geen kans, dat zie je”, hernam de ongure gedaante.
Het is duidelijk dat zich hier iets onguurs heeft afgespeeld en wie wil weten wat dit is, kan het beste bij het begin van deze ware geschiedenis beginnen.