Informo pri la vorto opschepper (nederlanda → esperanto: fanfaronulo)

Sinonimoj: blaaskaak, bluffer, ophakker, pocher, snoever, windbuil, zwetser, opsnijder, grootspreker, stoefer

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈɔpsxɛpər/
Dividoop·schep·per
Genrovira
Pluraloopscheppers

Uzekzemploj

Hij was een grove opschepper, met een zwak voor opvallende kleren en een verlangen naar macht.
Ik ben geen opschepper, dat weet iedereen!

Tradukoj

anglabraggart; bragger
esperantofanfaronulo; fanfaronisto
germanaAufschneider; Angeber; Prahlhans
papiamentoblòfdó
portugalafanfarrão; ferrabrás; gabarola