Informatie over het woord echo (Nederlands → Esperanto: eĥo)

Synoniemen: nagalm, naklank, weerklank

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈexo/
Afbrekingecho
Geslachtmanlijk
Meervoudecho’s

Voorbeelden van gebruik

De echo’s rommelden door get gewelf en brachten het gesteente in trilling.
Hij zag nu en dan de echo van de toestellen die hij inhaalde op het scherm.
Ten slotte waren de echo’s van de bel weggestorven.

Vertalingen

Albaneesjehonë
Catalaanseco
Deensekko
DuitsEcho; Widerhall
Engelsecho
Esperantoeĥo
Faeröersafturljóð; bergmál
Fransécho; répercussion
Portugeeseco
SaterfriesEcho; Wierluud; Wierschal; Wierskal
Spaanseco
Tsjechischecho; odezva; ohlas; ozvěna
Zweedseko; genklang; genljud