Informatie over het woord wezen (Nederlands → Esperanto: estaĵo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈʋezə(n)/
Afbrekingwe·zen

Voorbeelden van gebruik

Vlak naast haar zat in elkaar gedoken het wezen dat haar gevolgd was.
Er was geen levend wezen te bekennen.
Het wezen deed een stap naar voren.
Er schijnen heel vreemde wezens in mijn achtertuin rond te lopen.
Nu kon hij de details van het wezen onderscheiden.

Vertalingen

DuitsWesen
Engelsentity
Esperantoestaĵo; estulo
Portugeesser