Informatie over het woord lernen (Duits → Esperanto: lerni)

Uitspraak/ˈlɛrnən/
Woordsoortwerkwoord

Voorbeelden van gebruik

Um das zu testen, haben acht von uns drei Wochen lang Spanisch gelernt.

Vertalingen

Afrikaansleer
Albaneesmësoj
Catalaansaprendre
Deenslære
Engelslearn
Engels (Oudengels)leornian
Esperantolerni
Faeröerslæra; nema
Finsoppia
Fransapprendre
Hawaiaansaʻo
Hongaarstanul
IJslandslæra
Italiaansimparare
Maleisbelajar
Nederduitsleyren
Nederlandsaanleren; leren
Noorslære
Papiamentssiña
Poolsuczyć się
Portugeesaprender
Roemeensînvăța; se instrui
Saterfriesleere
Schotslearn
Spaansaprender
Srananleri
Thaisเรียน
Tsjechischnaučit se; učit se
Turksöğrenmek
Welsdysgu
Zweedslära