Informatie over het woord goddelijk (Nederlands → Esperanto: dia)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈɣɔdələk/
Afbrekinggod·de·lijk

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudgoddelijke
Onzijdig enkelvoudgoddelijk
Meervoudgoddelijke
Bepaaldgoddelijke
Partitiefgoddelijks

Voorbeelden van gebruik

Toen zorgde de goddelijke genade dat haar de schellen van de ogen vielen en zij bleef op het land.
Misschien is het een goddelijk oordeel, en wie ben ik dan om in te grijpen?

Vertalingen

Afrikaansgoddelik
Deensguddommelig
Duitsgöttlich
Engelsdivine
Esperantodia
Fransdivin
Latijncaelestis; dius; divus; sacer; sanctus
Papiamentsdibino
Portugeesdivino
Russischбожеский; божественный
Saterfriesgoddelk
Westerlauwers Friesgodlik
Zweedsgudomlig