Informatie over het woord berk (Nederlands → Esperanto: betulo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈbɛrᵊk/
Afbrekingberk
Geslachtmanlijk
Meervoudberken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
berkjeberkjes

Voorbeelden van gebruik

Zie je die kleine berk aan de linkerkant?
Na een kwartiertje zagen wij de berk en sloegen het bos in.
Op ongeveer vier dagen gaans van de betoverde rivier kwamen zij aan een stuk waar de bomen voornamelijk berken waren.

Vertalingen

Afrikaansberk
Catalaansbedoll
Deensbirk; birketræ
DuitsBirke
Engelsbirch
Engels (Oudengels)birce
Esperantobetulo
Faeröersbjørk
Finskoivu
Fransbouleau
Grieksσημύδα
Hongaarsnyír
IJslandsbirki
Italiaansbetulla
LuxemburgsBierk
Noorsbjørk
Poolsbrzoza
Portugeesbétel; bétula; vidoeiro
Russischберёза; береза
SaterfriesRiesenboom
Schotsbirk
Schots-Gaelischbeith
Spaansabedul
Tsjechischbříza
Turkshuş
Welsbedwen
Westerlauwers Friesbjirk
Zweedsbjörk