Informatie over het woord betonneren (Nederlands → Esperanto: betonizi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bətɔnerə(n)/
Afbrekingbe·ton·ne·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) betonneer(ik) betonneerde
(jij) betonneert(jij) betonneerde
(hij) betonneert(hij) betonneerde
(wij) betonneren(wij) betonneerden
(jullie) betonneren(jullie) betonneerden
(gij) betonneert(gij) betonneerdet
(zij) betonneren(zij) betonneerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) betonnere(dat ik) betonneerde
(dat jij) betonnere(dat jij) betonneerde
(dat hij) betonnere(dat hij) betonneerde
(dat wij) betonneren(dat wij) betonneerden
(dat jullie) betonneren(dat jullie) betonneerden
(dat gij) betonneret(dat gij) betonneerdet
(dat zij) betonneren(dat zij) betonneerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
betonneerbetonneert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
betonnerend, betonnerende(hebben) betonneerd

Vertalingen

Esperantobetonizi