Informatie over het woord diboĉulo

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Afbrekingdi·boĉ·ul·o

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatiefdiboĉulodiboĉuloj
Accusatiefdiboĉulondiboĉulojn

Vertalingen

DuitsWüstling; Schwelger; Schlemmer; Prasser
Engelscarouser; guzzler; profligate
Fransbambocheur
Nederlandsboemelaar; brasser; losbol; sjap; zwabber; zwierbol; zwijn; zwijnjak
Portugeescrapuloso; debochado
Spaanscalavera; disoluto; libertino