Informo pri la vorto aanbermen (nederlanda → esperanto: bermigi)

Vortspecoverbo
Prononco/ˈambɛrmə(n)/
Dividoaan·ber·men

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) berm aan(ik) bermde aan
(jij) bermt aan(jij) bermde aan
(hij) bermt aan(hij) bermde aan
(wij) bermen aan(wij) bermden aan
(jullie) bermen aan(jullie) bermden aan
(gij) bermt aan(gij) bermdet aan
(zij) bermen aan(zij) bermden aan
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) aanberme(dat ik) aanbermde
(dat jij) aanberme(dat jij) aanbermde
(dat hij) aanberme(dat hij) aanbermde
(dat wij) aanbermen(dat wij) aanbermden
(dat jullie) aanbermen(dat jullie) aanbermden
(dat gij) aanbermet(dat gij) aanbermdet
(dat zij) aanbermen(dat zij) aanbermden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
berm aanbermt aan
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
aanbermend, aanbermende(hebben) aangebermd

Tradukoj

esperantobermigi