Informatie over het woord Gewohnheit (Duits → Esperanto: kutimo)

Synoniemen: Angewohnheit, Brauch, Gebrauch, Gepflogenheit, Usus, Sitte

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefGewohnheit
GenitiefGewohnheit
DatiefGewohnheit
AccusatiefGewohnheit

Vertalingen

Albaneesadet
Catalaanscostum
Deensvane; sædvane
Engelshabit
Engels (Oudengels)þeaw; gewuna
Esperantokutimo
Faeröersvani
Finstapa
Franscoutume; habitude
IJslandsvani
Italiaansabitudine; costume
Latijnmōs
Maleisadat; kebiasaan
Nederlandsgewoonte
Noorsbruk; vane
Papiamentsbisio; kostumber; kutumber
Poolszwyczaj
Portugeescostume; hábito
Roemeensobicei
SaterfriesBruuk; Gebruuk; Gewoonhaid; Sätgjucht
Spaanscostumbre; hábito
Swahilidesturi
Turksâdet
Westerlauwers Friesbrûkme; gewoante; wenst; wizânsje
Zweedsvana