Informatie over het woord bruin (Nederlands → Esperanto: bruna)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/brœʏ̯̯̯n/
Afbrekingbruin

Trappen van vergelijking

Stellende trapbruin
Vergrotende trapbruiner
Overtreffende trapbruinst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefbruinbruiner(het) bruinst, (het) bruinste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudbruinebruinerebruinste
Onzijdig enkelvoudbruinbruinerbruinst
Meervoudbruinebruinerebruinste
Bepaaldbruinebruinerebruinste
Partitiefbruinsbruiners 

Voorbeelden van gebruik

Vandaag droeg hij een omvangrijke bruine jas, blauwe broek, en een blauwe hoed.
Het deeg mag niet te bruin worden!

Vertalingen

Catalaansbru; marró; morè
Deensbrun
Duitsbraun; Braun‐
Engelsbrown
Engels (Oudengels)brun
Esperantobruna
Faeröersbrúnur; morreyður
Finsruskea
Fransbrun
Grieksκαστανός; καφετής
Hongaarsbarna
IJslandsbrúnn
Italiaansbruno; marrone
Jiddischברױן
Kabylischaras
Luxemburgsbrong
Nederduitsbruun
Noorsbrun
Papiamentsbrùin; maron
Poolsbrązowy; brunatny
Portugeesbruno; castanho; moreno; pardo; trigueiro
Roemeensmaro
Russischбурый
Saterfriesbruun
Schotsbroun
Schots-Gaelischdonn
Spaansmoreno
Srananbroyn
Thaisสีน้ำตาล
Tsjechischhnědý
Turkskahverengi
Westerlauwers Friesbrún
Zweedsbrun