Informatie over het woord rank (Nederlands → Esperanto: branĉeto)

Synoniemen: rijs, twijg, zwik

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/rɑŋk/
Afbrekingrank
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudranken

Voorbeelden van gebruik

Achter mij stond tussen drie dicht opeen groeiende bomen een braamstruik, waarvan een rank in beweging was gebracht.

Vertalingen

DuitsZweig; Astchen; Reis
Engelssprig; twig
Esperantobranĉeto
Fransrameau
IJslandskvistur
Latijnvirga
Papiamentsrama
Schots-Gaelischgeug
Westerlauwers Friesryske; tien; twiich
Zweedsris