Informatie over het woord biegen (Duits → Esperanto: kurbiĝi)

Synoniemen: sich beugen, sich krümmen

Uitspraak/ˈbiːɡən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) biege(ich) bog
(du) biegst(du) bogst
(er) biegt(er) bog
(wir) biegen(wir) bogen
(ihr) biegt(ihr) bogt
(sie) biegen(sie) bogen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) biege(ich) böge
(du) biegest(du) bögest
(er) biege(er) böge
(wir) biegen(wir) bögen
(ihr) bieget(ihr) böget
(sie) biegen(sie) bögen
Gebiedende wijs
(du) biege
(ihr) biegt
biegen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
biegend(haben) gebogen

Vertalingen

Engelsbend
Esperantokurbiĝi
Nederlandsbuigen; doorbuigen; kromtrekken; trekken; zich krommen
Saterfriesbeegje; sik beegje