Informatie over het woord geluk (Nederlands → Esperanto: feliĉo)

Synoniemen: bof, buitenkans, buitenkansje, gelukje, mazzel, tref, veine, zwijn, zwijntje

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɣəˈlɵk/
Afbrekingge·luk
Geslachtonzijdig

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
gelukjegelukjes

Voorbeelden van gebruik

Moge het geluk met je zijn, Lirael.
Ik zag direct dat ik zeer veel geluk gehad had.
Met een beetje geluk kom ik er nog voor Dordolio aan, die een eigenaardige haast lijkt te hebben.

Vertalingen

Afrikaansgeluk
Deensheld
DuitsGlück; Glücksfall
Engelsluck
Esperantofeliĉo; bona ŝanco; bonŝanco
Faeröerseydna
Franschance
Hongaarsszerencse
Jiddischמזל
Poolsszczęście; traf
Portugeesdita; fortuna; ventura
SaterfriesGluk
Spaansganga; provecho inesperado
Thaisโชค
Westerlauwers Friesgelok; meifaller
Zweedstur