Informo pri la vorto schoonzus (nederlanda → esperanto: bofratino)

Sinonimoj: schoonzuster, zwagerin, zwageres

Vortspecosubstantivo
Prononco/ˈsxonzɵs/
Dividoschoon·zus
Genroina
Pluraloschoonzussen

Diminutivo
SingularoPluralo
schoonzusjeschoonzusjes

Uzekzemploj

De 43‐jarige man die in juni vorig jaar zijn schoonzus in Sneek met 17 messteken om het leven bracht, moet 18 jaar de cel in.
Hij trouwde in 1630 in Amsterdam met Porcellis’ schoonzus Judith Flessiers.

Tradukoj

anglasister‐in‐law
danasvigerinde
esperantobofratino
feroabróðurkona; konusystir; systir mansins
francabelle‐sœur
germanaSchwägerin
hispanacuñada
hungaraángy
islandamákona
italacognata
katalunacunyada
norvegasvigerinne
papiamentokuñá
svedasvägerska