Informatie over het woord schuit (Nederlands → Esperanto: boato)

Synoniem: boot

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/sxœʏ̯t/
Afbrekingschuit
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudschuiten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
schuitjeschuitjes

Voorbeelden van gebruik

Als dat zo is, dan is het slechts een kwestie van tijd voor ook deze schuit gaat drijven.
Alleen wisten wij toen al wie de daders waren en waar de schuit met het zilver lag.
Hij liep weer terug naar zijn schuit om eerst een paar boterhammen te eten, want zo’n haast was er nu ook weer niet bij.

Vertalingen

Afrikaansboot
Albaneeslundra
Catalaansbarca de rems
Deensbåd
DuitsBoot
Engelsboat; keel
Engels (Oudengels)bat
Esperantoboato
Faeröersbátur
Finssoutuvene
Fransbarque; bateau
Grieksβάρκα; καΐκι
Hongaarscsónak
IJslandsbátur
Italiaansbarca
Jamaicaans Creoolsbuot
Latijnalveus; cumba; cymba; navia; scapha
Maleiskapal
Noorsbåt
Papiamentsboto
Poolsłodź
Portugeesbarco; batel; bote; canoa; escaler
Russischлодка; бот
SaterfriesBoot
Schotsboat
Schots-Gaelischbàta
Spaansbote; lancha
Srananboto
Swahilimashua
Tagalogbanká; lundáy
Thaisเรือ
Tsjechischčlun; loďka
Turksgemi; kayık; sandal
Westerlauwers Friesboat
Zweedsbåt