Informatie over het woord blauw (Nederlands → Esperanto: blua)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/blɑu̯/
Afbrekingblauw

Trappen van vergelijking

Stellende trapblauw
Vergrotende trapblauwer
Overtreffende trapblauwst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefblauwblauwer(het) blauwst, (het) blauwste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudblauweblauwereblauwste
Onzijdig enkelvoudblauwblauwerblauwst
Meervoudblauweblauwereblauwste
Bepaaldblauweblauwereblauwste
Partitiefblauwsblauwers 

Voorbeelden van gebruik

Zijn blauwe ogen waren bitter en koud en ze getuigden van een leven van gewelddadigheid.
Deze blauwe lijntjes zijn de kanalen.
Ze zaten in die blauwe enveloppe.
Claghorn steunde op de steel van zijn bijl en nam Xanten op met zijn heldere blauwe ogen.

Vertalingen

Albaneeskaltër
Catalaansblau
Deensblå
Duitsblau
Engelsblue
Engels (Oudengels)blew; blu
Esperantoblua
Faeröersbláur
Finssininen
Fransbleu
Grieksγαλάζιος; γαλανός
Hongaarskék
IJslandsblár
Italiaansazzurro; blu
Jiddischבלאָ; בלױ
Kabylischazerwal
Luxemburgsblo
Maleisbiru
Nederduitsblauw
Noorsblå
Papiamentsblou
Portugeesazul
Roemeensalbastru
Russischсиний
Saterfriesblau
Schotsblue
Schots-Gaelischgorm
Spaansazul
Tagalogasúl; bugháw
Thaisสีน้ำเงิน; เขียว; ฟ้า
Tsjechischmodrý; modř
Turksmavi
Westerlauwers Friesblau
Zweedsblå