Informo pri la vorto schoon (nederlanda → esperanto: bela)

Sinonimoj: fraai, knap, mooi, net

Vortspecoadjektivo
Prononco/sxon/
Dividoschoon

Komparaciaj gradoj

Positivoschoon
Komparativoschoner
Superlativoschoonst

Deklinacio

 PositivoKomparativoSuperlativo
Predikativaschoonschoner(het) schoonst, (het) schoonste
AtributivaNedifinaVira kaj ina pluraloschoneschonereschoonste
Neŭtra singularoschoonschonerschoonst
Pluraloschoneschonereschoonste
Difinaschoneschonereschoonste
Partitivaschoonsschoners 

Uzekzemploj

Het was een schone voorjaarsdag.
Bent u bereid het schone, doch moeilijke leven van een dichter te gaan leiden?
Over enkele ogenblikken zal een meisje zo schoon als de dageraad hier komen om u te vermaken.
Dat is de schoonste van alle woonplaatsen van mijn volk.
Nimmer weer zag Frodo dat schone land.
O kinderen, ik denk opeens aan een schoon verhaal van Edith.
Op die manier gaat er zoveel schoons verloren, nietwaar?

Tradukoj

afrikansomooi
albanabukur
anglabeautiful; fair; fine; handsome
angla (malnovangla)fæger; wlitig
ĉeĥakrásný; sličný
danaskøn; smuk
esperantobela
feroavakur
finnakaunis
francabeau
germanaschön; gut
grekaαίθριος; εξαίσιος; υπέροχος; ωραίος
havajanani
hispanabello; hermoso; guapo
hungaragyönyörű; szép
islandafagur; fallegur
italabello; carino
jamajka-kreolapriti
jidaשײן
katalunabell
kimrahardd; prydferth; teg
latinoformosus; pulcher
luksemburgiaschéin
malajacantik; indah
norvegapen; skjønn; vakker
okcidenta frizonamoai
papiamentobunita; kiut
polaładny; piękny
portugalabelo; bonito; formoso; pulcro
rumanafrumos
rusaкрасивый
saterlanda frizonafluch; froai
skota gaelabriagha
surinamamoy; afit’ay
svedaskön; vacker
tagalogamagandá
tajaงาม; สวย; สวยงาม
turkagüzel