Informatie over het woord schuit (Nederlands → Esperanto: barko)

Synoniemen: bark, hulk, pink

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/sxœy̯̯t/
Afbrekingschuit
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudschuiten

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
schuitjeschuitjes

Voorbeelden van gebruik

De schuit voer alsmaar verder door het duister, van het ene blauwe licht naar het volgende.
Halverwege de middag ontmoette de karavaan een ploeg houthakkers die bezig waren een schuit met stammen te laden.

Vertalingen

Catalaansbarca
DuitsBarke; Nachen
Engelsbarque
Esperantobarko
Finspursi
Fransbarque
Italiaansbarca
Portugeesbarco
Russischбарка
SaterfriesBarke; Schuute; Skuute
Spaansbarca; barco sin cubierta