Informatie over het woord vliegtuig (Nederlands → Esperanto: aviadilo)

Synoniemen: machine, toestel, vliegmachine, vliegtoestel

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈvlixtœʏ̯x/
Afbrekingvlieg·tuig
Geslachtonzijdig
Meervoudvliegtuigen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
vliegtuigjevliegtuigjes

Voorbeelden van gebruik

De helft van de vliegtuigen staat reeds in vuur en vlam en ze kunnen de andere niet meer redden.
Hoeveel vliegtuigen heb je gezien?
Er waren ook nog wel een paar grotere vliegtuigen, maar die bleven hoog in de lucht en lieten alleen hun bommen op de tempels vallen.
Tot zijn opluchting begon het vliegtuig op dat moment hoogte te verliezen, en even later zakte het langs een steile rotswand omlaag, in de richting van een vlak stukje aarde.

Vertalingen

Esperantoaviadilo; flugmaŝino; avio