Informatie over het woord vliegongeluk (Nederlands → Esperanto: aviada akcidento)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈvlixɔŋɣəlɵk/
Afbrekingvlieg·on·ge·luk
Geslachtonzijdig
Meervoudvliegongelukken

Voorbeelden van gebruik

Ik heb namelijk van uw vliegongeluk bij Casablanca gehoord.

Vertalingen

Esperantoaviada akcidento