Informatie over het woord troep (Nederlands → Esperanto: aro)

Synoniemen: array, drift, hoop, partij, schaar, school, set, stel, verzameling, vlucht, zwerm, reut

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/trup/
Afbrekingtroep
Geslachtmanlijk
Meervoudtroepen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
troepjetroepjes

Voorbeelden van gebruik

Als ze mij zien en vluchten, raast de hele troep hierlangs.
De zwerftochten van de troep brachten hen vaak in de buurt van de gesloten en stille hut aan de kleine, door het land ingesloten haven.
De troep had zijn prooi gedood en gaf geen enkel geluid meer, nu hij aan zijn feestmaal was.

Vertalingen

Afrikaansskare; trop
Deensgruppe
DuitsSchar; Rudel; Rotte; Schwarm; Anzahl; Sammlung; Reihe
Engelsbevy; herd; set; pack; flight; drove; flock
Esperantoaro
Fransbande; collection; ensemble; troupe
Italiaansgruppo
LuxemburgsReie
Nederduitskoppel; partye; versameling
Portugeescolecção; grupo; reunião
SaterfriesGruppe; Hoop; Kollektion; Sammelenge
Spaansgrupo
Zweedsparti