Ynformaasje oer it wurd voor (Nederlânsk → Esperanto: antaŭ ol)

Synonimen: aleer, alvorens, alvorens te, eer, vooraleer, voordat

Wurdsoartebynwurd
Utspraak/voːr/
Ofbrekingvoor

Foarbylden fan gebrûk

Denk dus wel na vóór u begint.
Het zou weken duren voor je er was.
Het duurt nog een half uur voor de zon ondergaat.
Voor hij vertrekt bezoekt Zelensʹkyj eerst nog Buckingham Palace, waar hij een ontmoeting heeft met koning Charles.
Het duurt dus nog lang voor wij verder reizen.
Wij zullen niet vertrekken vóór wij het meisje hebben gezien.
Maar beste kerel, dan zou hij al dood zijn geweest voor de ambulance kwam.

Oarsettingen

Afrikaanskvoor
Dútskbevor; ehe
Esperantoantaŭ ol
Frânskavant de; avant que
Fryskear’t; foar’t; alear’t
Ingelskbefore; previous to
Ingelsk (Aldingesk)ær þæm þe; ær þon þe
Papiamintskantes cu; promé; promer cu; promé ku
Portegeeskantes de; antes que
Sealterfryskaleer; befoar; eer
Spaanskantes de que
Swahilikabla
Taiskก่อน
Tsjechyskdříve než