Informatie over het woord spook (Engels → Esperanto: teruri)

Synoniemen: appal, frighten, horrify, terrify

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/spuːk/
Afbrekingspook

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) spook(I) spooked
(thou) spookest(thou) spookedst
(he) spooks, spooketh(he) spooked
(we) spook(we) spooked
(you) spook(you) spooked
(they) spook(they) spooked
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) spook (I) spooked
(thou) spook(thou) spooked
(he) spook(he) spooked
(we) spook(we) spooked
(you) spook(you) spooked
(they) spook(they) spooked
Gebiedende wijs
spook
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
spookingspooked

Voorbeelden van gebruik

The success of the Brexit Party has spooked Conservatives.

Vertalingen

Deensforskrække
Duitsin Schrecken setzen; entsetzen; Entsetzen verbreiten
Esperantoteruri
Nederlandsschrik aanjagen
Portugeesaterrorizar; horripilar
SaterfriesGriddele uur dän Pukkel joagje
Westerlauwers Friesbang meitsje