Informatie over het woord hoek (Nederlands → Esperanto: angulo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɦuk/
Afbrekinghoek
Geslachtmanlijk
Meervoudhoeken

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
hoekjehoekjes

Voorbeelden van gebruik

De tak waarop ik me bevond, leidde met een kleine hoek naar de steile rotswand, en toen ik erlangs verder klauterde, merkte ik dat het uiteinde van de tak juist boven een smalle richel reikte, die aan de ingang van een smalle grot uit de rotsen stak.

Vertalingen

Afrikaanshoek
Catalaansangle; racó
Deensvinkel
DuitsWinkel
Engelsangle
Esperantoangulo
Faeröershorn
Fransangle
Grieksγωνία
Italiaansangolo
Latijnangulus
LuxemburgsEck; Wénkel
Poolskąt; róg
Portugeesângulo
Roemeenscolț
Russischугол
SaterfriesHäidene; Houk
Schots-Gaelischcùil
Spaansángulo
Swahilikona; pembe
Tagalogsulok
Tsjechischkout; koutek; roh; úhel
Turksaçı
Westerlauwers Frieshoeke
Zweedshörn; smyg; vrå; vinkel