Informatie over het woord deal (Engels → Esperanto: doni)

Synoniemen: give, administer, grant, impart, provide, confer, allow, spare, afford, invest with, fetch, yive

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/diːl/
Afbrekingdeal

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) deal(I) dealt
(thou) dealest(thou) dealtest, dealtst
(he) deals, dealeth(he) dealt
(we) deal(we) dealt
(you) deal(you) dealt
(they) deal(they) dealt
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) deal (I) dealt
(thou) deal(thou) dealt
(he) deal(he) dealt
(we) deal(we) dealt
(you) deal(you) dealt
(they) deal(they) dealt
Gebiedende wijs
deal
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dealingdealt

Voorbeelden van gebruik

Theresa May’s Brexit plan was dealt another major blow on Thursday night in a disastrous turn of events that resulted in them scrapping written commitments to help her pass her deal through parliament.

Vertalingen

Afrikaansgee
Albaneesjap
Catalaansdonar
Deensgive
Duitsgeben
Engels (Oudengels)giefan
Esperantodoni
Faeröersgeva
Finsantaa
Fransabouler; bailler; donner; passer
Hongaarsad; nyújt
IJslandsgefa
Italiaansdare
Jamaicaans Creoolsgi
Jiddischגעבן
Latijndare; donare; doare
Luxemburgsginn
Maleisberi … memberi; bagi; memberi; beri
Nederduitsgeaven
Nederlandsgeven
Noorsgi
Papiamentsduna
Poolsdać; dawać
Portugeesdar; entregar; ministrar
Roemeensda
Russischдавать; дать
Saterfriesanreeke; häärreeke; reeke
Schotsgie
Schots-Gaelischthoir
Spaansdar
Sranangi
Thaisให้
Tsjechischdát
Turksbahşetmek; vermek
Westerlauwers Friesoanjaan; jaan
Zweedsge; giva