Informatie over het woord strijden (Nederlands → Esperanto: batali)

Synoniemen: kampen, strijd voeren, vechten, een gevecht leveren, strijd leveren, slag leveren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstrɛi̯də(n)/
Afbrekingstrij·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) strijd(ik) streed
(jij) strijdt(jij) streed
(hij) strijdt(hij) streed
(wij) strijden(wij) streden
(jullie) strijden(jullie) streden
(gij) strijdt(gij) streedt
(zij) strijden(zij) streden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) strijde(dat ik) strede
(dat jij) strijde(dat jij) strede
(dat hij) strijde(dat hij) strede
(dat wij) strijden(dat wij) streden
(dat jullie) strijden(dat jullie) streden
(dat gij) strijdet(dat gij) stredet
(dat zij) strijden(dat zij) streden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
strijdstrijdt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
strijdend, strijdende(hebben) gestreden

Voorbeelden van gebruik

Ge hebt goed gestreden in mijn dienst en ik dank u.
Drie dagen en drie nachten streed Cú Chulainn, staande op zijn snelle wagen, een wilde strijd tegen de machten der hel.
Boko Haram is een extremistische beweging die strijdt voor islamitische wetgeving in de afgelegen landelijke gebieden in het noordoosten van Nigeria.
U hebt ook gezegd dat u tegen mij wilde strijden.

Vertalingen

Afrikaansstry; stryd voer; veg
Albaneesluftoj
Catalaansbatallar
Deenskæmpe; slås
Duitskämpfen; streiten
Engelsbattle; contend; fight; strive
Engels (Oudengels)fehtan; winnan
Esperantobatali
Faeröersberjast
Finstaistella
Fransbatailler; combattre; luter
Grieksαγωνίζομαι
Hongaarsharcol; kűzd; verekszik
IJslandsslást
Jamaicaans Creoolsfait
Jiddischקעמפֿן
Latijnbattuere; dimicare; fendere; pugnare; luctare
Luxemburgsstreiden
Maleisberkelahi; kelahi; lawan
Noorsslåss
Papiamentsbringa
Poolswalczyć
Portugeesbatalhar; brigar; combater; guerrear; lidar; lutar; pelejar
Russischбороться
Saterfrieskämpfje; kampje
Schotsfecht
Schots-Gaelischsabaid
Spaansbatallar; combatir
Srananstreyfeti
Thaisต่อสู้
Tsjechischbojovat
Westerlauwers Friesfjochtsje
Zweedskämpa; slåss; strida