Informasie oor die woord abundant (Nederlands → Esperanto: abunda)

Sinonieme: copieus, overvloedig, rijk, uitbundig, volop, weelderig, welig

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/abɵnˈdɑnt/
Afbrekingabun·dant

Trappe van vergelyking

Stellende trapabundant
Vergrotende trapabundanter
Oortreffende trapabundantst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefabundantabundanter(het) abundantst, (het) abundantste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudabundanteabundantereabundantste
Onsydige enkelvoudabundantabundanterabundantst
Meervoudabundanteabundantereabundantste
Bepaaldabundanteabundantereabundantste
Partitiefabundantsabundanters 

Vertalinge

Duitsreichlich; überflüssig; überschüssig; reich; versehen
Engelsabundant; affluent; ample; aplenty; copious; plentiful; profuse; rich; bounteous
Esperantoabunda; malmanka
Faroëesríviligur
Finsrunsas
Fransabondant; ample; copieux; large; plantureux; profus
Hongaarsbőséges; bővelkedő
Italiaansabbondante
Katalaansabundant
Latynabundans
Papiamentsabundante
Portugeesabundante; basto; copioso; farto; lauto
Saterfriesriekelk; ruum; uurfloudich
Spaansabundante
Turksbol
Yslandskappnógur; ríkulegur