Synoniemen: dwaas, ongerijmd, onzinnig, zinneloos, zot
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ɑpˈsɵrt/ |
---|
Afbreking | ab·surd |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | absurd |
---|
Vergrotende trap | absurder |
---|
Overtreffende trap | absurdst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | absurd | absurder | (het) absurdst, (het) absurdste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | absurde | absurdere | absurdste |
---|
Onzijdig enkelvoud | absurd | absurder | absurdst |
---|
Meervoud | absurde | absurdere | absurdste |
---|
Bepaald | absurde | absurdere | absurdste |
---|
Partitief | absurds | absurders | |
---|
Ik vind het volkomen absurd en dat heb ik haar ook verteld.
Het denkbeeld dat Poëlitetz met geweld in te nemen zou zijn, was absurd, uiteraard.
Maar aan zoiets absurds kan ik onmogelijk meedoen.
Plotseling kreeg ik een absurde inval.