Informatie over het woord stormen (Nederlands → Esperanto: ŝtormi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstɔrmə(n)/
Afbrekingstor·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(het) stormt(het) stormde
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat het) storme(dat het) stormde
Verleden deelwoord
(heeft) gestormd

Voorbeelden van gebruik

En het stormde.

Vertalingen

Esperantoŝtormi; ventegi
Westerlauwers Friesstoarmje
Zweedsstorma