Informatie over het woord dichtzitten (Nederlands → Esperanto: ŝtopiĝadi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdɪx(t)sɪtə(n)/
Afbrekingdicht·zit·ten

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) zit dicht(hij) zat dicht
(zij) zitten dicht(zij) zaten dicht
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) dichtzitte(dat hij) dichtzate
(dat zij) dichtzitten(dat zij) dichtzaten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dichtzittend, dichtzittende(hebben) dichtgezeten

Vertalingen

Esperantoŝtopiĝadi