Informasie oor die woord stelen (Nederlands → Esperanto: ŝteli)

Sinonieme: gappen, jatten, ontvreemden, zich vergrijpen aan

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstelə(n)/
Afbrekingste·len

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) steel(ik) stal
(jij) steelt(jij) stal
(hij) steelt(hij) stal
(wij) stelen(wij) stalen
(jullie) stelen(jullie) stalen
(gij) steelt(gij) staalt
(zij) stelen(zij) stalen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) stele(dat ik) stale
(dat jij) stele(dat jij) stale
(dat hij) stele(dat hij) stale
(dat wij) stelen(dat wij) stalen
(dat jullie) stelen(dat jullie) stalen
(dat gij) stelet(dat gij) stalet
(dat zij) stelen(dat zij) stalen
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
steelsteelt
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
stelend, stelende(hebben) gestolen

Voorbeelde van gebruik

Bent u bereid te beloven dat u verder geen pogingen in het werk zult stellen om de big te stelen?
Maar ook al zijn gereedschappen en kookgerei hadden ze gestolen.
Die stelen alles wat los en vast is.
Wat is er dan gestolen?
Daarna stalen ze zijn auto en pleegden ze een overval op een winkel.
Nou, de enige reden dat Robin Hood van de rijken stal was omdat de armen geen geld hadden.

Vertalinge

Afrikaanssteel
Deensstjæle
Duitsentwenden; stehlen
Engelssteal; purloin
Engels (Ou Engels)stelan
Esperantoŝteli
Faroëesstjala
Finsvarastaa
Fransdépouiller; dérober; voler
Hongaarslop
Italiaansrubare
Katalaanscisar; furtar; pispar
Latynabigere; clepere; clepsere
Maleiscuri; mencuri
Noorsstjele
Papiamentshòrta; roba
Poolskraść
Portugeesfurtar; gatunar; larapiar; roubar
Roemeensfura
Russiesворовать
Saterfriesn stilkenen Griep dwo; steele
Skots-Gaeliesgoid
Spaanshurtar; sustraer
Srananfufuru
Thaiขโมย
Turksaraklamak; aşırmak
Wallieslladrata
Yslandsstela