Informatie over het woord stuiven (Nederlands → Esperanto: ŝpruci)

Synoniemen: opspatten, spuiten, verspuiten

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstœy̯və(n)/
Afbrekingstuiven

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stuif(ik) stoof
(jij) stuift(jij) stoof
(hij) stuift(hij) stoof
(wij) stuiven(wij) stoven
(jullie) stuiven(jullie) stoven
(gij) stuift(gij) stooft
(zij) stuiven(zij) stoven
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) stuive(dat ik) stove
(dat jij) stuive(dat jij) stove
(dat hij) stuive(dat hij) stove
(dat wij) stuiven(dat wij) stoven
(dat jullie) stuiven(dat jullie) stoven
(dat gij) stuivet(dat gij) stovet
(dat zij) stuiven(dat zij) stoven
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stuifstuift
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stuivend, stuivende(hebben) gestoven

Vertalingen

Catalaansadollar; brollar; brufar; esquitxar; ruixar
Duitsspritzen
Engelsgush; gush out; shoot forth; spout; spray; sprinkle; spurt; spurt out
Esperantoŝpruci
Faeröersspræna
Fransjaillir
Portugeesborbotar; esguichar; jorrar; minar
Russischбрызгать
Spaansbrotar; surgir
Westerlauwers Friessproeie