Informatie over het woord omzwachtelen (Nederlands → Esperanto: bandaĝi)

Synoniemen: inzwachtelen, verbinden, zwachtelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔmˈzʋɑxtələ(n)/
Afbrekingom·zwach·te·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) omzwachtel(ik) omzwachtelde
(jij) omzwachtelt(jij) omzwachtelde
(hij) omzwachtelt(hij) omzwachtelde
(wij) omzwachtelen(wij) omzwachtelden
(jullie) omzwachtelen(jullie) omzwachtelden
(gij) omzwachtelt(gij) omzwachteldet
(zij) omzwachtelen(zij) omzwachtelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) omzwachtele(dat ik) omzwachtelde
(dat jij) omzwachtele(dat jij) omzwachtelde
(dat hij) omzwachtele(dat hij) omzwachtelde
(dat wij) omzwachtelen(dat wij) omzwachtelden
(dat jullie) omzwachtelen(dat jullie) omzwachtelden
(dat gij) omzwachtelet(dat gij) omzwachteldet
(dat zij) omzwachtelen(dat zij) omzwachtelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
omzwachtelomzwachtelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
omzwachtelend, omzwachtelende(hebben) omzwachteld

Vertalingen

Duitsbandagieren; mit Bandagen versehen; verbinden
Engelsbandage
Esperantobandaĝi
Fransbander; panser
Portugeespensar; vendar
Spaansvendar
Tsjechischobvázat