Informo pri la vorto zwachtelen (nederlanda → esperanto: bandaĝi)

Sinonimoj: inzwachtelen, omzwachtelen, verbinden

Vortspecoverbo
Prononco/ˈzʋɑxtələ(n)/
Dividozwach·te·len

Konjugacio

Indikativo
PrezencoPreterito
(ik) zwachtel(ik) zwachtelde
(jij) zwachtelt(jij) zwachtelde
(hij) zwachtelt(hij) zwachtelde
(wij) zwachtelen(wij) zwachtelden
(jullie) zwachtelen(jullie) zwachtelden
(gij) zwachtelt(gij) zwachteldet
(zij) zwachtelen(zij) zwachtelden
Subjunktivo
PrezencoPreterito
(dat ik) zwachtele(dat ik) zwachtelde
(dat jij) zwachtele(dat jij) zwachtelde
(dat hij) zwachtele(dat hij) zwachtelde
(dat wij) zwachtelen(dat wij) zwachtelden
(dat jullie) zwachtelen(dat jullie) zwachtelden
(dat gij) zwachtelet(dat gij) zwachteldet
(dat zij) zwachtelen(dat zij) zwachtelden
Imperativo
Singularo/PluraloPluralo
zwachtelzwachtelt
Participoj
Prezenca participoPreterita participo
zwachtelend, zwachtelende(hebben) gezwachteld

Uzekzemploj

Ze knielde nog steeds naast Benedict, maar ze had zijn arm gezwachteld en hij zat nu overeind.

Tradukoj

anglabandage
ĉeĥaobvázat
esperantobandaĝi
francabander; panser
germanabandagieren; mit Bandagen versehen; verbinden
hispanavendar
portugalapensar; vendar