Informatie over het woord haai (Nederlands → Esperanto: ŝarko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ɦaːj/
Afbrekinghaai
Geslachtmanlijk
Meervoudhaaien

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
haaitjehaaitjes

Voorbeelden van gebruik

Prettiger zou een bad in volle zee zijn geweest, maar uit vrees voor de haaien bleef men daar liever een eind van verwijderd.
Maar hoewel de haai niet meer dan driehonderd meter van hem verwijderd was, had Gastinet hem nog niet opgemerkt.

Vertalingen

Afrikaanshaai
Catalaanstauró
Deenshaj
DuitsHai; Haifisch
Engelsshark
Esperantoŝarko
Faeröershákelling
Finshai
Fransrequin
Grieksκαρχαρίας
Hawaiaansmanō
Hongaarscápa
Italiaanspescecane; squalo
Papiamentstribon
Portugeescação; cão‐do‐mar; tubarão
Russischакула
SaterfriesHai
Spaanstiburón
Sranansarki
Thaisปลาฉลาม
Tsjechischžralok
Westerlauwers Frieshaai
Zweedshaj