Synoniemen: doen schudden, doen wankelen, verwrikken
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) verwik | (ik) verwikte |
(jij) verwikt | (jij) verwikte |
(hij) verwikt | (hij) verwikte |
(wij) verwikken | (wij) verwikten |
(jullie) verwikken | (jullie) verwikten |
(gij) verwikt | (gij) verwiktet |
(zij) verwikken | (zij) verwikten |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) verwikke | (dat ik) verwikte |
(dat jij) verwikke | (dat jij) verwikte |
(dat hij) verwikke | (dat hij) verwikte |
(dat wij) verwikken | (dat wij) verwikten |
(dat jullie) verwikken | (dat jullie) verwikten |
(dat gij) verwikket | (dat gij) verwiktet |
(dat zij) verwikken | (dat zij) verwikten |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
verwik | verwikt |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
verwikkend, verwikkende | (hebben) verwikt |