Informatie over het woord das (Nederlands → Esperanto: ŝalo)

Synoniemen: bouffante, halsdoek, sjaal

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/dɑs/
Afbrekingdas
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervouddassen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
dasjedasjes

Voorbeelden van gebruik

Het kakelende lachje van de koopman bezorgde heer Ollie een koude rilling, en hij knoopte zijn das wat vaster.
Hij was middelmatig lang en droeg een wollen das.

Vertalingen

Deenstørklæde
DuitsShawl; Umschlagetuch
Engelsshawl
Esperantoŝalo; kolskarpo
Faeröerssjál
Franschâle
Italiaanssciarpa
LuxemburgsSchal
Noorssjal
Papiamentsshal
Poolsszalo
Portugeesxale
SaterfriesKnäddouk
Spaanschal; mantón
Westerlauwers Friesdas
Zweedsschal