Informatie over het woord stemmen (Nederlands → Esperanto: baloti)

Synoniemen: balloteren, kiezen, verkiezen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈstɛmə(n)/
Afbrekingstem·men

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) stem(ik) stemde
(jij) stemt(jij) stemde
(hij) stemt(hij) stemde
(wij) stemmen(wij) stemden
(jullie) stemmen(jullie) stemden
(gij) stemt(gij) stemdet
(zij) stemmen(zij) stemden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) stemme(dat ik) stemde
(dat jij) stemme(dat jij) stemde
(dat hij) stemme(dat hij) stemde
(dat wij) stemmen(dat wij) stemden
(dat jullie) stemmen(dat jullie) stemden
(dat gij) stemmet(dat gij) stemdet
(dat zij) stemmen(dat zij) stemden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
stemstemt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stemmend, stemmende(hebben) gestemd

Voorbeelden van gebruik

Verder wil 10 procent blanco stemmen.
Ik heb in april nog voor hem gestemd, maar nu is het genoeg.
Ga je weer stemmen, pa?

Vertalingen

Afrikaansverkies
Catalaansvotar
Deensstemme
Duitsballotieren; stimmen; abstimmen; seine Stimme abgeben
Engelsballot; poll; vote
Esperantobaloti
Faeröersatkvøða
Finsäänestää
Fransélire; voter
Italiaansvotare
Jamaicaans Creoolsvuot
Maleismemungut suara; pungut suara
Papiamentsbota; vota
Portugeeseleger por escrutínio; votar
Russischвыбирать
Saterfriesballotierje
Spaansbalotar; votar
Westerlauwers Friesstimme; kieze
Zweedsrösta