Synoniemen: lijken, schijnen, toeschijnen, toelijken
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈovərkomə(n)/ |
---|
Afbreking | over·ko·men |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) kom over | (ik) kwam over |
(jij) komt over | (jij) kwam over |
(hij) komt over | (hij) kwam over |
(wij) komen over | (wij) kwamen over |
(jullie) komen over | (jullie) kwamen over |
(gij) komt over | (gij) kwaamt over |
(zij) komen over | (zij) kwamen over |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) overkome | (dat ik) overkwame |
(dat jij) overkome | (dat jij) overkwame |
(dat hij) overkome | (dat hij) overkwame |
(dat wij) overkomen | (dat wij) overkwamen |
(dat jullie) overkomen | (dat jullie) overkwamen |
(dat gij) overkomet | (dat gij) overkwamet |
(dat zij) overkomen | (dat zij) overkwamen |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
overkomend, overkomende | (zijn) overgekomen |