Informatie over het woord balkon (Nederlands → Esperanto: balkono)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/bɑlˈkɔn/
Afbrekingbal·kon
Geslachtonzijdig
Meervoudbalkons

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
balkonnetjebalkonnetjes

Voorbeelden van gebruik

Een 19‐jarige inbreker die vrijdagavond in Amsterdam van een balkon viel toen hij werd betrapt, is overleden aan zijn verwondingen.
Langzaam bewoog Reith zich achteruit de kamer uit, en bleef onzeker op het balkon staan, met kloppend hart, alsof hij een geest had gezien.

Vertalingen

Catalaansbalcó
Deensaltan; balkon
DuitsAltan; Balkon
Engelsbalcony
Esperantobalkono
Fransbalcon
Grieksεξώστης; μπαλκόνι
Hongaarsbalkon; erkély
IJslandssvalir
Italiaansbalcone; terrazzo
Noorsbalkon; altan
Papiamentsbalkon
Poolsbalkon
Portugeesbalcão; sacada
Roemeensbalcon
Russischбалкон
SaterfriesBalkon
Spaansbalcón
Srananbarkon
Turksbalkon
Zweedsaltan; balkong