Informatie over het woord bestrooien (Nederlands → Esperanto: ĵetkovri)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈstroːjə(n)/
Afbrekingbe·strooi·en

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) bestrooi(ik) bestrooide
(jij) bestrooit(jij) bestrooide
(hij) bestrooit(hij) bestrooide
(wij) bestrooien(wij) bestrooiden
(jullie) bestrooien(jullie) bestrooiden
(gij) bestrooit(gij) bestrooidet
(zij) bestrooien(zij) bestrooiden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bestrooie(dat ik) bestrooide
(dat jij) bestrooie(dat jij) bestrooide
(dat hij) bestrooie(dat hij) bestrooide
(dat wij) bestrooien(dat wij) bestrooiden
(dat jullie) bestrooien(dat jullie) bestrooiden
(dat gij) bestrooiet(dat gij) bestrooidet
(dat zij) bestrooien(dat zij) bestrooiden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
bestrooibestrooit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bestrooiend, bestrooiende(hebben) bestrooid

Vertalingen

Engelssprinkle; strew
Esperantoĵetkovri
Fransjoncher