Informatie over het woord address (Engels → Esperanto: direkti)

Synoniemen: conduct, direct, drive, guide, head, lead, manage, refer, steer

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/əˈdɹɛs/
Afbrekingad·dress
Shaw‐alfabet𐑩𐑛𐑮𐑧𐑕
Deseret‐alfabet𐐯𐐼𐑉𐐯𐑅

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) address(I) addressed
(thou) addressest(thou) addressedst
(he) addresses, addresseth(he) addressed
(we) address(we) addressed
(you) address(you) addressed
(they) address(they) addressed
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) address (I) addressed
(thou) address(thou) addressed
(he) address(he) addressed
(we) address(we) addressed
(you) address(you) addressed
(they) address(they) addressed
Gebiedende wijs
address
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
addressingaddressed

Voorbeelden van gebruik

When remarks were addressed to her she responded politely, but clearly her thoughts were elsewhere.
You may now address to him whatever remarks you deem proper.

Vertalingen

Afrikaansrig
Catalaansdirigir
Deensstyrre
Duitsrichten
Esperantodirekti
Faeröersráða; stjórna
Finssuunnata
Fransdiriger
Hongaarsirányít
Nederduitsrichten
Nederlandsrichten
Papiamentsstür
Portugeesdirigir; encaminhar; gerir; governar; guiar
Roemeensdirecționa; ghida
Saterfriesdirigierje; fiere; gjuchte; stjuure
Spaansdirigir
Tsjechischřídit
Westerlauwers Friesoanstjoere