Informatie over het woord strek (Afrikaans → Esperanto: etendiĝi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/strɛk/
Afbrekingstrek

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
strek-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
strekkendegestrek

Vertalingen

Duitssich erstrecken; sich ausbreiten; reichen; sich ausdehnen; sich hinstrecken; sich hinziehen; sich ausweiten; sich weiten
Engelsstretch
Esperantoetendiĝi
Nederlandszich uitstrekken; zich strekken
Portugeesdesdobrar‐se; estender‐se
Saterfriesräkke
Westerlauwers Frieshim útstrekke